20 mei 2013

Kwartet 7: De natuur ontdekken vanuit een artistiek standpunt


 Moe, maar voldaan zit ik thuis achter mijn scherm te mijmeren en vloeien de woorden over deze terugblik op het kwartetuitstapje uit mijn toetsenbord.

Blij ook dat de weergoden ons hebben toegelaten te kunnen tekenen/aquarelleren in het prachtige oude Gentbos, een bos waar de bomen nog oud mogen worden, een bos waar ook de uitheemse soorten tot nog toe mogen blijven bestaan, en dus rijk in zijn verscheidenheid en leeftijd. De boomsoorten; rode beuk, groene beuk, haagbeuk, zomereik, amerikaanse eik, lijsterbes, els, hazelaar, kastanje, paardekastanje, meidoorn, schietwilg, robinia, ... De uitheemse bomen die in het huidige natuurbeleid in Vlaanderen geviseerd worden, horen vaker plaats te ruimen voor onze inheemse soorten, toch volgens het exotenbeleid van het Agentschap voor Natuur en Bos en van Natuurpunt. Dankzij Dimi, natuurgids in spé, komen er ons een aantal fijne bosrijke weetjes ter oren. Eentje over het ontstaan van de taalgrens bijvoorbeeld door een strook eiken-beukenbos van tientallen kilometers breed. De Vlamingen vestigden zich aan één zijde ervan, de Franstaligen aan de andere zijde. Zo is het Zoniënwoud daar maar een minuscuul restje van en was zowat heel Vlaanderen een dikke duizend jaar geleden grotendeels bos.

Via de smallere paden, die van modderpoelen bespaard bleven, baanden we ons een weg, met de ogen wijd open voor de prachtige natuurtafereeltjes die we elk volgens onze eigenste creatieve blik in ons opnemen. Zoeken naar natuurpracht hoefden we zeker niet te doen. Gentbos bezit tal van inspiratiebronnen voor de estheet en ontluikt zich bij elke stap die we zetten.

Bij de vijver wachten twee bankjes om ingenomen te worden, een ietwat weidser uitzicht voor ons, bebossing, omgevallen boomstammen, een brugje, ernaast of erachter, grassen, en af en toe een glimp van zonlicht die de grijze en vale kleuren doet oplichten. We zijn tevreden. Dit wordt de plek waar we halt houden en waar we onze beste teken- schilderkwaliteiten boven halen.
Voor dat ik nog maar begin met me te installeren merk ik op dat Adel en Dimi al uitgepakt neerzitten op hun vouwstoeltjes, reeds verzonken in de sfeer die zij opsnuiven en deze in beeld omzetten op hun witte blad.

Rose neemt eerst wat tijd voor haar hond, verdwijnt een poosje uit onze gezichtsvelden en duikt een tijdje later, als mijn eerste aquarel vorm begint te krijgen en ik even opkijk, weer op. Daar ook is zij aanwezig in het boslandschap, opvallend met haar rode broek en jas tussen de bruine mastodonten met groene bladeren.

Dimi verrast ieder van ons, en legt bij elk één subtiel een heerlijk bedwelmend geurend ‘elfen’-twijgje neer.
Onweerstaanbaar, het parfum van een meidoorn in bloei.

Voor we het beseffen zijn er reeds twee uren gepasseerd en maken we er even een lachertje van. ‘Diegenen die hier aanwezig zijn voor de stropkes, mogen gaan!’ Geen enkel van ons heeft daar behoefte aan. We voelen de koude toch ietwat in ons lichaam kruipen en halen onze thermossen boven met heerlijke huisgemaakte warme koffie of thee, een boterhammeke voor de lunch, een babbelke voor de één en een ander trekt er even op uit, terwijl een paar naarstigen onder ons nog enkele uurtjes verder tekenen.

Voldaan, met een ietwat klamme kont van de vochtige bosbankjes, de één met natte of koude voeten, ook wel koude armen, ondanks de toch redelijk warme kledij, maar ook wel iets te optimistisch niet te winterse kledij, de ander tevreden dat hij toch één trui meer heeft aangetrokken, keren we terug huiswaarts en we spreken af dat deze uitstap het begin is van een reeks die nog volgen zal.

Els D’Haene
Dimitri Vanden Bossche
Adelheid Bracke
Rose Moyar