02 mei 2013

Gastblog van Peter - Donderdag


Walter De Buck

Ik stond vandaag iets vroeger op dan verwacht, omdat een huisgenote van me brand aan het stichten was in de keuken. Op een vreemde manier stemt me dat ook vrolijk, want aldus heb ik ontdekt dat ik niet gauw niksvermoedend in een woningbrand zal sterven. Uit een relatief aangename droom werd ik plots gewekt toen ik een brandgeur proefde en een lichte rook in mijn slaapkamer waarnam. Ik dacht: “Potverdorie, iemand heeft het kookvuur weer laten aanstaan! En straks gaan de rookverklikkers kabaal beginnen maken.” Maar toch had ik mijn broek al aangetrokken en was ik halfweg de trap af, richting keuken, toen de rookmelders eindelijk in gang schoten. Het is ver gekomen, wanneer een slapende mens sneller brand detecteert dan Americium! (Dat is naar het schijnt iets radioactiefs dat in rookdetectoren zit. Atoomnummer 95, voor de geïnteresseerden.)

Nieuwsgierig naar de herkomst van de brandgeur ging ik de keuken binnen. Bleek dat mijn huisgenote bezig was met een dappere poging om de potten die ze vorige keer had laten aanbranden, proper te maken. Het beste plan dat ze daarvoor had was om de lichtjes verschroeide potten te vullen met water en dat te laten inkoken tot het zwarte aanbaksel loskwam. Alleen was ze vergeten erbij te blijven, dus na een tijd was al het water verdampt en brandden de potten op het droge vuur nog veel harder aan ze daarvoor al waren, met het hele brandalarm tot gevolg.

Nu ik toch wakker was, at ik een licht ontbijt en probeerde iets nuttigs te doen, maar dat lukte me niet. Ik dacht, ach, het is Dag Van De Arbeid voor iets, en kroop voor een uurtje of twee terug in mijn nest.

Bij het opstaan op een deftig uur ging het me al een stuk beter af en ik zocht de stad op. Ik passeerde even de 1-meiviering op de Vrijdagmarkt, hielp een sympathieke Indiër voor een uurtje om zich voor te bereiden op een examen Nederlands en trok daarna naar een optreden van Walter De Buck in de Fabula Rasa aan de Visserij.

Ik vreesde het ergste bij Walter De Buck, want de laatste keren dat ik hem op een groot podium had gezien tijdens de Gentse Feesten, flitsten de woorden “op tijd stoppen” en “de eer beter aan zichzelf houden” voortdurend door mijn hoofd. Ik zou het zeer spijtig vinden mocht zo een monument ook op café teleurstellen en een parodie van zichzelf worden.

Dat was gelukkig niet het geval. In feite deed de man het nog goed voor een 79-jarige, en het was aangenaam om de nummers “Koevoet” en “Stroatje Komeren” na al die covers nog een keer te horen van de kerel die ze bekend had gemaakt. De Buck zong niet stemvast, maar in feite had hij dat vroeger ook nooit gedaan, dus dat maakte niet uit. Maar de sfeer was er, en toen ik de oude stakersnummers van Karel Waeri hoorde, was het gevoel van het echte, overuigde arbeiderssocialisme opeens veel tastbaarder aanwezig dan in heel de massabijeenkomst op de Vrijdagmarkt.

Op deze Dag Van De Arbeid heb ik niets verletst. Maar om deze blog toch enigszins in thema te houden, zal ik morgen terugblikken op de in mijn ogen nuttige transacties waaraan ikzelf al letsend heb deelgenomen.